De eerste geloften van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid zijn van tijdelijke aard en worden gedurende een periode van zes tot negen jaar om de twee jaar hernieuwd.

De jonggeprofeste draagt voortaan een ring als teken van haar verbintenis en van Gods trouw.

les alliances
Zij verlaat het noviciaat om in een andere gemeenschap te gaan wonen, soms in een ander land. Ze wordt er ontvangen door haar medezusters en een plaatselijke overste die erover waakt dat ze goed begeleid en ondersteund wordt in haar menselijke en geestelijke ontwikkeling.

Er volgt dan een periode van studie, op het gebied van theologie en pastoraat en/of een beroepsopleiding, afhankelijk van de vooropleiding en van ieders mogelijkheden. Het is ook een tijd om verschillende apostolische ervaringen op te doen in een pastorale activiteit of beroep.

Gedurende deze jaren doet de jonggeprofeste de nodige bagage op om “te dienen op elke willekeurige plaats ter wereld”, in de lijn van de roeping van de Congregatie. Een periode waarin een innerlijk groeiproces plaatsvindt dat leidt naar meer innerlijke eenheid en haar in staat stelt om midden in de wereld in alle dingen God te zoeken en te vinden.

De jonggeprofesten die verspreid over de gemeenschappen in Europa wonen, of nog verder weg, ontmoeten elkaar regelmatig voor enkele dagen van uitwisseling, bezinning en gebed. Want ze zijn niet alleen geroepen om op verschillende plekken werkzaam te zijn, maar ook om deel uit te maken van hetzelfde lichaam en de onderlinge banden levend te houden.

De tijdelijk geprofeste zusters die hun definitieve geloften naderen, worden van hun werkzaamheden vrijgesteld voor een derde vormingsjaar.

Verder lezen…