De apostolische gemeenschap
Heropleving
Op straat gezet in 1796, van hun bezittingen onteigend en ontdaan van hun status als religieuzen : Seraphine Hauvarlet en haar medezusters zijn arbeidsters geworden om hun brood te verdienen en het gemeenschapsleven voort te zetten.
Wanneer Napoleon aan de macht komt, komt de situatie eindelijk tot rust. De zusters willen zo snel mogelijk terugkeren naar hun eigen huis en kopen een deel van hun klooster terug. Maar ze keren niet terug naar het monastieke leven. Al in 1801 beginnen ze onderwijs te geven aan de armen en om de inkomsten en uitgaven in evenwicht te houden, nemen ze ook rijkere leerlingen aan. Ze zijn weer thuis, nu als onderwijzeressen en opvoedsters, en net als voorheen op zoek hoe antwoord te geven op de behoeften van het moment.
Een beslissende etappe
Wanneer Seraphine Hauverlet in 1820 overlijdt, heeft de weer oplevende gemeenschap nog steeds geen officiële erkenning van de Kerk gekregen. Maar de bisschop van Doornik neemt de gemeenschap onder zijn hoede en probeert er een modelpensionaat van te maken. De zusters zelf verlangen zich meer in de ignatiaanse spiritualiteit te wortelen. In 1837 leggen elf zusters, « Dames van Sint-Andreas » genoemd, hun eeuwige geloften af volgens een voorlopige, ignatiaans geinspireerde leefregel. Er zouden nog 20 jaar vol hindernissen volgen voordat ze Constituties zouden krijgen die rechtstreeks afgeleid zijn van die van Ignatius.
De bekrachtiging van deze nieuwe Constituties, een aanpassing van de Constituties van Ignatius voor Sint-Andreas op 14 april 1857 maakt van de Societeit van Sint -Andreas een apostolische congregatie van pauselijk recht, helemaal georienteerd op de apostolische zending. Het is de uitkomst van een lange crisis en het begin van een nieuw elan.
Uitgezonden in de wereld
De ignatiaanse Constituties openen de deuren naar de wereld. Sint-Andreas wordt al heel snel gevraagd om gemeenschappen buiten Doornik te stichten. Allereerst in Vlaanderen, in Brugge en vervolgens in Antwerpen ; in Engeland, in Jersey en Londen, weer in Belgïe in Charleroi en Brussel. In 1914 schepen 5 zusters in voor Brazilie…..op dit moment vormen de 5 Brzailiaanse gemeenschappen een derde van de Congregatie. In 1932 verlaten 5 andere zusters Europa met bestemming de Deomocratische Republiek Congo…tegenwoordig zetten de 3 congolese gemeenschappen zich in voor de opbouw van het land. In alle werelddelen zijn de zusters scholen begonnen, zijn ze onderwijzeressen geworden, catechisten, leidsters van geestelijke retraites…
Oorlogstraumas
1940 : het moederhuis in Doornik, wieg van de stiching van de Congregatie in de 13e eeuw, wordt getroffen door brandbommen en ligt in puin. De zusters van de gemeenschap zijn alles kwijt, maar zijn in veiligheid. Ze gaan enkele kilometers verderop de huidige gebouwen van Ramegnies-Chin bouwen, wat hen op de rand van een faillissement brengt : dankzij de energie en de visie van de nieuwe algemeen overste, Claire Legrand, komt de Congrgatie deze dubbele beproeving te boven en kan ze de veranderingen die zich in de kerk en in de wereld aankondigen, met vertrouwen tegemoet zien.
Leuven ten tijde van het Tweede Vaticaans Concilie
1956 : de vormingsgemeenschap in België vestigt zich in Leuven, in het centrum van de universiteitsstad. Debatten, en nieuwe theologische stromingen houden de intellectuele en kerkelijke kringen voor de opening van het Concilie al bezig. In Leuven maken de zusters kennis met de oecumenische beweging en gaan ze de lijn volgen van een geestelijk oecumenisme dat in gebed en broederlijke ontmoetingen beleefd wordt. Het huis staat open voor studenten, docenten en mensen van de Kerk.
Nieuwe tijden, nieuwe plaatsen...
In 1972 kopen de zusters een huis in het dorp Ameugny, op een kilometer afstand van Taizé. Marie-Tarcisius, novicenmeesteres, vestigt zich hier met het noviciaat en de zusters in vorming. In België is het huis in Leuven ondertussen gesloten vanwege de taalstrijd die het land verdeelt en de invloed hiervan op de universiteiten.
Tientallen jaren zijn verstreken….de zusters van Sint Andreas hebben de heuvel van Taizé niet verlaten. De samenwerking met de broedergemeenschap verstevigt zich, de ontvangst wordt steeds omvangrijker, internationaler en oecumenischer.
De jonge vrouwen die zich bij Sint-Andreas hebben aangesloten komen uit uit steeds meer verschillende gebieden en kerken. Ze nemen hun talenten mee, hun dynamisme en hun aspiraties. Met hen is het gezicht van Sint-Andreas steeds internationaler geworden.
De vruchten die al zichtbaar zijn, wijzen de weg naar een toekomst van luisteren naar de Geest en de behoeften van de wereld. De gemeenschappen passen zich aan, nieuwe gemeenschappen worden gesticht, anderen sluiten. Het universele karakter van de zending volgens de Constituties van Ignatius wordt steeds zichtbaarder in de Congregatie, dankzij de steeds groter wordende diversiteit van zendingen.
Hoewel we verspreid leven voor de zending, zijn we verbonden door de band van de liefde. De vreugde dat we deel uitmaken van eenzelfde lichaam, hetzij in Brazilië, in Congo, in Europa of in Korea, vormt de dragende kracht die ons door onzekerheden heen helpt en in vertrouwen verder doet gaan.