Het leven in gemeenschap
is een bron van vreugde,
van onderlinge steun en samen delen.
Het is ook een plaats
van bekering en vergeving

« Ons gemeenschapsleven
is tegelijkertijd
een geschenk,
een opdracht
en verkondiging :
ze leert ons zusters te worden.»

(Algemene Congregatie 2017)

© Wieslawa Klemens

Zo’n gemeenschapsleven bestaat uit gewone dagelijkse dingen :

gastvrijheid, gebed, maaltijden, huishoudelijke taken, ontspanning, het uitwisselen van nieuws, zorgen en vreugdevolle berichten, onder andere over de werkzaamheden die aan iedere zuster zijn toevertrouwd.

Iedereen voorziet in de loop van de dag in momenten van persoonlijk gebed (onder andere het lezen van geestelijke literatuur en het teruglezen van de dag) en trekt zich regelmatig terug voor een dag in stilte.

Het ritme van ons leven wordt eveneens bepaald door momenten van gemeenschappelijk gebed waarvoor we twee à drie keer per dag bij elkaar komen.

« In het hart van ons leven voedt de Eucharistie de vreugde van het ontvangen » (Algemene Congregatie 2011). Ze wordt gevierd in de gemeenschap of in een parochie, volgens een ritme dat afhankelijk is van ieders werkzaamheden en van de missie van de gemeenschap.

« Vóór alles het toebehoren aan Christus voeden,
de geest van lofprijzing, zegening,
en dankbaarheid voeden.
De aanbidding beleven
in eenvoudige dienstbaarheid. »

(Vitrail, deel VI)

De momenten die we samen doorbrengen zijn belangrijk om de relaties binnen de gemeenschap levend te houden. Wanneer we vanwege ons werk veel van huis zijn, dan spreken we af wanneer we samenkomen. Dat vraagt dat iedereen nadenkt over waar haar prioriteiten liggen.

Naast de gewone dagelijkse gemeenschappelijke momenten, voorziet iedere gemeenschap ook in vaste momenten om ervaringen uit te wisselen (wekelijks of maandelijks), momenten van bezinning of van gezamenlijke ontspanning.

Feesten en bezinningsweekenden zijn eveneens gelegenheden om elkaar te ontmoeten of om elkaar als gemeenschap te bezoeken.

De gemeenschap
wordt elke dag weer gevormd
en opgebouwd
met de inzet
van ieder
.”

(Algemene Congregatie 2005)